woensdag 30 januari 2008

Dinagyang Festival, Panay ( Visayas)















Vorig weekend ben ik even afgezakt naar Iloilo ( de laatste stad die het koloniale Spanje in Azie bezette). Stefanie nodigde me uit om een Inheems festival bij te wonen. Ik zou er in haar gezellig studiootje kunnen verblijven. Het vertrek verliep echter niet vlekkeloos. Mijn organisatie zag een 3 daagse in Iloilo niet zo goed zitten omdat ik nog te veel kon leren in de Cordillera en in tijdsnood zou geraken. Deze mening kon ik slechts deels apprecieren. Ik ben er namelijk van overtuigd dat ik alle doelstellingen zal kunnen verwezenlijken. Het leek me m.a.w een te mooie opportuniteit om zomaar links te laten liggen. En gelijk heb ik gekregen! Het festival was fantastisch! De stammen waren verkleed in kleurrijke pakjes, ze gebruikten speer en pijl en boog en ze dansten op het onnavolgbare gekletter van de drums. Er was totale harmonie en ga zo maar door. Hun cultuur verschilt ook erg van de Igorots in de Cordillera. Ondanks mijn oververmoeidheid ( na de lange tochten in de nacht, 7 uur met bus naar Manila en het lange wachten vooraleer het vliegtuig te kunnen nemen) kon ik er maar niet genoeg van krijgen. Tot een volgende. Toedeloe. Claus!

dinsdag 15 januari 2008

Baranguay Ouma, Kalinga















Dag iedereen,
Het is alweer een hele poos geleden...

Afgelopen week zat ik in Kalinga, een provincie van de Cordillera. Daar heb ik onder andere 4 dagen samengeleefd met de stam Ouma. Het was opnieuw zeer interessant om hun cultuur en hun problemen te leren kennen en te begrijpen. Ook heb ik er de projecten van ngo's bezocht.
Vooraleer ik Ouma kon bereiken, moest ik 11 uur met de bus van Baguio naar Tabuk reizen om in het CPA office te overnachten. In de vroege ochtend mocht ik dan een tocht van 4 uur afleggen op erbarmelijke wegen, in de tweede wereldoorlog aangelegd door de Amerikanen ( Amerikano's dirigeerden, terwijl Filipino's het zware werk mochten trotseren). Het is een zeer bergachtig en afgelegen gebied.
Het bezoek aan deze stam zag ik als de laatste echte integratie. Ik zal nog andere gemeenschappen bezoeken, maar daar zal mijn aanwezigheid voornamelijk in het teken staan van mijn scriptie over mijnbouw en de bijbehorende diepte interviews. Het leek me dan ook het ideale moment om samen met de boeren rijst te planten. Dit heb ik anderhalve dag gedaan. Een aangename ervaring. Erg vermoeiend vond ik het niet, maar dit werk 6 dagen op 7 en 10 uur per dag verrichten, lijkt me verdorie zwaar. Eigenlijk wou ik nog veel meer rijst planten, maar de Filipino's waren te bezorgd om de fysieke toestand van de Amerikano. Ook werd ik vaak van het land gesleurd om een Kalinga coffee met een te veel aan suiker te delen met een welbepaalde inwoner of de father van de Anglicaanse kerk en ga zo maar door. Dit vond ik wel zeer aangenaam. Vooral het gesprek met de father kon mij bekoren. Hij had een zeer heldere geest en was zowel kritisch voor de baranguay als voor de ngo's. Ook was hij de eerste priester die mij niet probeerde te overtuigen af en toe te bidden voor onze lieve Heer. Op het land mocht ik trouwens enkel werken met de vrouwen ( zie foto). Mijn wit lichaampje kan enkel vrouwenwerk ( alhoewel dit werk niet te onderschatten is) verdragen, redeneert men. Bij het planten van rijst, stellen ze me ook vaak vragen over Belgie, over mijn cultuur. Ze verwachten non stop sharing. Ze zijn erg veeleisend. Soms denk ik 'Gun me dan toch eens een rustmoment'. Ook is het moeilijk om te communiceren. De mensen kunnen wel een vraag in het Engels stellen, maar ze verstaan mijn antwoord vaak helemaal niet. Toch reageren ze vaak met 'Yess,Yess' of 'Yess, we are pour'. Zo blijven de gesprekken zeer oppervlakkig en praatte ik op den duur tegen de bergen. Zeer frustrerend! Gelukkig kwam er twee dagen later een vlot sprekende Igorot op de proppen. Een verademing.
Mijn laatste dag wou ik doorbrengen in een ander gedeelte van de Baranguay Ouma. Toen hadden we echter te kampen met een tyfoon. In de kletsende regen ging ik samen met de studenten toch naar de nabij gelegen dorpjes. Het was ijskoud en ik was kletsnat. Ik werd echter verwarmd door de Igorot liederen van de jongeren. Hun stemmen zijn waanzinnig mooi. Het bezorgt me telkens vele tintelingen. Diezelfde avond werden we geteisterd door een zware aardbeving met drie naschokken. Het is al mijn tweede aardbeving en het zal nooit wennen! Ik ben echt een angsthaas op dit vlak. Ik stond op de trap van mijn slaaphut en sprong er onmiddellijk van. Mijn benen trilden als nooit te voren. Niet alleen ikzelf had een spastische beweging in huis. Ook de ganse gemeenschap vluchtte uit hun hutten. Iedereen denkt nog altijd met schrik terug aan de aardschok van 1990 toen er duizenden doden zijn gevallen in Manila en andere regio's.
Tenslotte wil ik het nog even hebben over de religie in de Filippijnen of wat onze missionarissen hebben aangericht. Ik kom vaak in contact met mensen die me eerst en vooral als missionaris of Jezus aanzien (dan bedank ik toch maar) en lid zijn van Born Again Christians. Zij gaan ervan uit dat God de situatie in de Filippijnen zo gewild heeft, waardoor de gelovigen de situatie ook zullen aanvaarden. Problematische denkwijze natuurlijk!!! God als opium voor het volk!!! Ik krijg er altijd koude rillingen van en ik vind het ziekmakend!!! Gisteren krijg ik ook enkele sms'en met een godsdienstige boodschap, waaronder deze "Praying for you is my way of saying 'You are special to me' so I ask GOD to pour what's best for you & what makes you happy..GOD LOVES YOU..Gudnuyt..." Wat moet ik hiermee? Ok... Ik begrijp natuurlijk wel dat de mensen al vele jaren te kampen hebben met armoede en daardoor troost willen zoeken bij een hogere orde. Maar toch! Het maakt me alvast meer bewust dat ik niet gelovig ben. Het is trouwens ook wel zo dat niet iedere religieuze stroming zo denkt als Born Again Christians. De Katholieke kerk en de Anglicaanse kerk geloven wel in een verandering. Njah!

De tradities van de stam Ouma















In deze afgelegen stam heersen er nog vele eeuwenoude tradities.
De rijstvelden worden bijvoorbeeld samen bewerkt door de inwoners van de stam. Ze betalen elkaar terug met hun lichamelijke krachten. Dit noemen ze Abuyug. Het komt echter meer en meer voor dat de boer z'n helpers zal betalen ( Pilngo). Door de oudsten, die het meeste gezag en respect genieten, wordt dit echter afgeraden. Toch blijft het onomkeerbaar door de steeds slechter wordende leefomstandigheden.
Naast dit werkprincipe houden de Igorots er nog vele andere gewoonten op na. De aanverwanten zullen een Caraboa slachten wanneer een oudste ziek wordt ( Ella). Dit gebruik heeft een grote invloed op hun leven, aangezien de caraboa van zeer groot belang is voor het ploegen van de rijstvelden. Een caraboa kost 20000 peso of 317 euro. Het slachten van een caraboa zegt m.a.w. veel over hun kijk ten opzichte van de oudsten. Als een andere inwonende ziek wordt en het huis niet meer uitkan, zal de gemeenschap kledij en eten verzamelen ( Amenma). Voor de zieke wordt daarbij vaak een rijstcake of Chekot gebakken.
Wanneer een inwonende een misdaad begaat, zullen de begane feiten besproken worden door de oudsten. Ze zullen nooit een gevangenisstraf of geldboete verlangen. Ze kunnen wel van de misdadiger eisen om twee kippen of een varken te kopen ( Multa).
Een andere traditie ( uitgeoefend door de Igorots) is het starten van een stammenoorlog bij een geschil. Een oorlog kan ontstaan als een inwoner van de ene stam een moord begaat op iemand van de andere stam. Ook kan een oorlog een feit zijn, wanneer een man van de ene stam, een vrouw van de andere stam onrespectvol of onheus behandeld heeft. Er wordt bijna nooit onderhandeld. Ik mocht bijvoorbeeld niet een nabijgelegen baranguay betreden om er de mijnbouw te spotten. Er heerst namelijk een slechte communicatie tussen beide stammen. Ook fronsen ze hun wenkbrauwen bij het zien van een blanke scheet. Gelijk hebben ze natuurlijk. Er dreigde met andere woorden teveel gevaar.
Dit aspect van hun cultuur brengt heel wat negatieve gevolgen te weeg. Vele onschuldige inwonenden geraken gewond of worden gedood. Gevechten worden daarbij niet meer beslecht met pijl en boog of speer of bolo ( hakmes), maar met geweren, M16's. Er is met andere woorden minder persoonlijk contact met het doelwit in tegenstelling tot vroeger waar er victorie gekraaid werd bij het afhakken van het hoofd ( wat overigens nog steeds gebeurt). Ook kinderen kunnen niet meer naar school. En het verscheurt vooral de unie tussen de Igorots, waarbij ze zich juist moeten organiseren tegen de mijnbouw, bosbouw, dammen... die hun voorouderlijke gronden trachten in te palmen en te verwoesten. CPA zet hieromtrent campagnes op om onenigheid te voorkomen, met resultaat.

Deze tradities worden evenwel aangetast door de wereld van buitenaf.
Eerst en vooral worden de stammen bedreigd door de WTO. Dit is de Wereldhandelsorganisatie die contracten afsluit met zoveel mogelijk landen om vrijhandel en onderlinge concurrentie te promoten, met als doel de wereld welvarender te maken. De realiteit geeft ons echter een ander beeld. Enkel de rijke, al welvarende landen worden rijker en de arme landen worden armer. De ontwikkelingslanden hebben niet de technologie om te concurreren met de Westerse landen. Op deze manier blijft de kostprijs voor hun product hoger dan het gesubsidieerde product dat op hun lokale markt terechtkomt. En juist met dit probleem hebben de Inheemse volkeren te kampen. De boeren werken zelfvoorzienend, maar enkele maanden in het jaar hebben ze geen rijstvoorraad meer, waardoor ze andere producten ( groenten zoals aardappelen, waterkers; bezems...) op de lokale markt proberen te verkopen. Ze worden echter afgetroefd door de vele gesubsidieerde producten. Zeer pijnlijk!
Ook APEC ( Asia-Pacific Economic Cooperation) schept hetzelfde probleem. Dit contract zorgt ervoor dat China, Japan, Haiti ( een verdoken afzetmarkt van Amerika) gesubsidieerde producten kunnen storten in de Filippijnen. Maar ook India, Bangladesh, ... dragen er de gevolgen van.
Tenslotte vormt ook de eigen Filippijnse regering een probleem. Het corrupte systeem laat de financiele injectie voor de boeren slinken tot een peulenschil.
Daarbij tracht men onenigheid/ oorlogen te scheppen tussen de verschillende stammen. Hoe meer onenigheid tussen de stammen, hoe gemakkelijker het is voor multinationals om in de Cordillera gold, koper of zilver te ontginnen.
De regering heeft trouwens enkele jaren geleden de 'National Commission for Indigenous people' opgericht. Zij zouden opkomen voor de rechten van de Igorots. Geen sprake van! Deze groep behartigt de belangen van de multinationals. Deze denkbeeldige organisaties worden wel vaker door de regering opgezet om de goed werkende volksorganisaties/ngo's te boycotten.

Kerstvakantie in Mindanao, Davao City















Vooraleer ik afsluit, wil ik toch nog even melden dat ik een deugddoende en leuke vakantie in Davao City heb gehad. Ik heb er Stefanie opgezocht die stage loopt bij Gabriela, vrouwenorganisatie. De eerste nacht en dag hebben we doorgebracht op het eiland Samal. Een palmboompje, een paradijselijk parelwit strand en een hut leek ons de perfecte bestemming. Dit ideaalbeeld bleek echter geen realiteit te zijn. Te veel toeristen! Ik walgde ervan. We maakten er het beste van en zelfs meer dan dat ( Er was trouwens geen hut, we sliepen in de buitenlucht en 's nachts zwommen we in de zee, genieten.) Het was gewoon zeer aangenaam om onze vele ervaringen en belevenissen met elkaar te kunnen delen.
Daarna zijn we in Davao City gebleven, omdat er in alle andere delen van Mindanao vele terreurgroepen opereren, takken van Alquida bevinden zich daar. We sliepen in het kantoor van Gabriela en het was leuk om Stefanie's omgeving te mogen begroeten. Ik heb er een zeer interessante en moedige vrouw ontmoet. Ik zou haar levensverhaal willen neerschrijven en met jullie willen delen, maar dan wordt haar veiligheid in gevaar gebracht. Gloria Macapagal Arroyo loert voortdurend om de hoek!
Ook hebben we een kerstfeestje op het strand ( zie foto) met Stefanie's netwerk meegemaakt, vierden we oudejaarsavond bij de moedige vrouw, hadden Stefanie en mezelf leuke momenten te samen en noem maar op. Zo rustgevend. Het heeft me echt deugd gedaan, ik herhaal.
Toen ik terug in Baguio was, voelde het zelfs vreemd aan om Stefanie niet meer aan mijn zijde te hebben. Stefanie was vorige week trouwens te zien op GMA ( Gloria Macapagal Arroyo) News, van een binnenkomer gesproken.
Maar ok... eind januari neem ik misschien nog even het vliegtuig naar Panay om er Stefanie te bezoeken en een festival bij te wonen. Zo zou ik en Luzon en Mindanao en Visayas bezocht hebben. Misschien is dit niet echt realistisch, aangezien mijn agenda bijna volledig volgeboekt staat en mijn organisatie zou het niet echt op prijs stellen. We zien wel. Sowieso vind ik het niet erg om in de Cordillera te blijven. Er valt nog zoveel te ontdekken.
Tot 23 januari blijf ik in Baguio om er te werken voor Apit Tako. Daarna vertrek ik opnieuw naar een boerengemeenschap voor mijn scriptie.

Tot een volgende,
Wees gegroet,
Claus of Qwarok ( mijn Igorotnaam, wat 'growing man' betekent)